Zomerbrieven
Den Haag, zomer 2022
Gemeente Den Haag laat een toekomstvisie voor de kunst- en cultuursector ontwikkelen. Naast vele gespreksrondes is de stad gevraagd met ‘zomerbrieven’ aanvullende visies en gedachten te delen. Theater De Vaillant zet haar expertise graag in om mee te denken over een cultuursector die werkelijk versterkt en voor iedereen toegankelijk en aantrekkelijk is. Een stad die duurzaam bijdraagt aan culturele vernieuwing met de diversiteit van bewoners en hun bagage als motor.
Uit de zomerbrief 2022 van Blueyard: ‘Een aantal van de onderwerpen die wij voor de sector als relevant zien in de komende tien jaren zijn: versterking van het makersklimaat, meer kunst in en met de wijken, kunst in het onderwijs, diversiteit en inclusie, een krachtige culturele infrastructuur en weerbaarheid en wendbaarheid van de sector.’
Waarschijnlijk onderschrijven werkenden binnen de Haagse culturele sector de relevantie van bovenstaande. Maar hoe kijken de stad en inwoners hiernaar? Uit eerder onderzoek bleek dat ruim de helft van de bewoners, behalve in een commerciële bioscoop, nooit gebruik maakt van cultuuraanbod van Den Haag, de sector zal hen worst wezen. Het betekent niet dat zij geen culturele belangstelling en behoefte hebben, het betekent dat culturele instellingen de aansluiting bij de samenleving behoorlijk missen.
Hier voor de vuist weg gedachten, gebaseerd op een cultuursector voor iedereen:
Cultuurankers
Cultuurankers zijn de vooruitgeschoven posten van de cultuursector in de stadsdelen. Met het idee dat zij dichter bij ‘de mensen’ gehuisvest zijn, maken zij cultuur beter bereikbaar. De Cultuurankers zijn inderdaad veelal gelegen in gebieden waar mensen wonen die bij de reguliere cultuurinstellingen nauwelijks zichtbaar zijn. De Cultuurankers hebben methoden ontwikkelt om deze mensen en hun cultuur te kennen, te stimuleren en een podium te bieden. Het succes van de Cultuurankers wordt breed onderschreven, en terecht.
Tegelijk zijn de Cultuurankers kwetsbaar en dat kan beter:
- Elk Cultuuranker moet onafhankelijk zijn (en geen afdeling van de gemeentelijke bibliotheekorganisatie) met een eigen RvT en directie.
- Elk Cultuuranker dient te kunnen beschikken over een huis waar amateur- én professionele kunsten gepresenteerd en liefst ook beoefend kunnen worden.
- Elk Cultuuranker verdient een volwaardig programma- en communicatiebudget.
- Elk Cultuuranker dient personeel en budgettair te zijn toegerust om het hele stadsdeel, eventueel met satelliet locaties, te bereiken en daarnaast samen te werken met stedelijke collega’s.
- Tenminste één Cultuuranker dient te horen tot het middensegment van de Cultuursector.
Cultuurspreiding
De meeste cultuurinstellingen zijn samengeklonterd in het stadscentrum. Diverse musea en vh. Zuiderstrandtheater tonen aan dat een decentrale ligging voor stedelijke instellingen eerder voor- dan nadelen heeft. Uitplaatsing van cultuurinstellingen, depots en ateliers naar de wijken zorgt voor levendigheid in deze woonwijken, brengt cultuur fysiek dichterbij wat zorgt voor nieuw publiek en inspiratie. Het zorgt voor logische verbindingen met stad en wijken en biedt samenwerkingsmogelijkheden met Cultuurankers. Het kost niks en levert veel op!
Middenklasse kunst
Ruim 50% van de Hagenaars is migrant, ruim 50% van de Hagenaars heeft een opleiding tot Mbo-niveau. Deze mensen zien we bij de stedelijke instellingen niet terug, niet op de podia, niet aan de muren en niet in publiek en (inhoudelijk) personeel. Ondanks dat jaarlijks veel leerlingen afstuderen aan Mbo-kunstopleidingen, biedt Den Haag hen geen podia. Den Haag kan zijn licht opsteken bij andere grote steden die deze stap al lang en succesvol maakten.
Diversiteit en Inclusie
Ondanks beleid, mooie beloften en successen in de wijken is investeren in diversiteit en Inclusie geld uit het raam gooien wanneer dat niet verankerd wordt in het hart van het bestel. Waar diversiteit en opleidingsniveau van de bevolking goeddeels bij ruim de helft van de bevolking samenvallen, én de helft van de bevolking door de cultuursector structureel niet bediend wordt, verdient cultuur van deze bevolking een volwassen plek. Wij pleiten daarom voor een ‘Midi-theater’. Den Haag volgt hiermee het goede voorbeeld van Rotterdam (Theater Zuidplein) en Amsterdam (Bijlmer Parktheater e.a.). tegelijk biedt een volwaardige werkplaats annex podium in het hart van de stad en het bestel ruimte voor Mbo-cultuur.
De expertise voor zo’n volwaardig stedelijke podium annex werkplaats is in Den Haag aanwezig, deze aanwenden is een sprong vooruit.
Cultuureducatie
Den Haag kent een prachtinstituut voor cultuureducatie op school en in de vrijetijd: Cultuurschakel. Daarnaast richten grote generieke en kleine specialistische organisaties zich op cultuureducatie en de budgetten die de overheid voor cultuureducatie verdeelt. De schaalgrootte van generieke instellingen zit marktwerking in de weg, ze drukken kleinere spelers naar de marge. Tegelijk is het cultuuraanbod voor scholen net zo wit en westers als haar grote aanbieders en sluit ondanks geprezen kwaliteit niet aan bij de belevingswereld van een jeugd die nu al 70% van niet-westerse komaf is. Niet voor niets haken jongeren in de pubertijd af als cultuurdeelnemer, cultuur is van en voor andere mensen.
Het dubbele probleem van enerzijds verstoring van de markt en anderzijds gebrek aan aansluiting bij de samenleving is eenvoudig op te lossen. Na de ingreep in Koorenhuis als te grote aanbieder van cultuuronderwijs, dient doorgepakt te worden en cultuureducatie op zijn eigen waarde geschat en daarom niet ondergebracht te zijn bij instellingen met een primair ander doel. Ofwel; Residentie Orkest is een orkest en geen school, Het Nederlands Danstheater en Kunstmuseum zijn respectievelijk dansgroep en museum. Gespecialiseerde educatieve aanbieders kunnen en zullen de markt veroveren en graag gelijkwaardige collega’s zijn van deze instellingen in het maken en aanbieden van cultuureducatie die aansluit bij diegenen waar het om gaat; nieuwe generaties van de stad.
Door cultuureducatie los te koppelen van de generieke instellingen en aan te sluiten bij de nieuwe generaties van de stad ontstaat vanzelf een impuls voor Diversiteit en Inclusie, ofwel cultuur voor iedereen.
Een huis voor de stad
AMARE ziet zich als podium voor de hele stad, dit is meer marketing dan waarheid. Residentie Orkest, Nederlands Danstheater als huisgezelschappen en twee programmeurs voor traditionele podiumkunsten illustreren een aangeboren onmacht om dit waar te maken. Laat hen doen waar ze goed in zijn en waar ze veel mensen gelukkig mee maken, de tijd zal het leren en laat rijk publiek er de portemonnee voor trekken met gedifferentieerd prijsbeleid.
Een ander podium kan wel een podium voor de hele stad zijn: de Koninklijke Schouwburg! Nu eet een exclusief, wit, hoogopgeleid publiek er de meeste gesubsidieerde kaarten in de sector op, een publiek dat ook al bij andere gesubsidieerde instellingen haar gerief vindt.
Het pluche van de Koninklijke Schouwburg zou voor de hele stad moeten zijn; betaalbaar, aansprekend, divers en met een variatie van hoog- en laagdrempelig. Dit gebouw verdient werkelijk een Appeltje van Oranje als het zelfstandig, met breed bereik in de stad een programma brengt dat zich schurkt aan volkscultuur van hoog niveau. NDT en RO tonen aan dat topkunst in de periferie gedijt, dus biedt HNT een mooie plek aan zee, in Ypenburg of Transvaal.
Harrie van de Louw
Marijke Reuvers
directie